Selamat tinggal Surabay

7 augustus 2022 - Surabaya, Indonesië

Het is echt genieten in het Majapahit hotel. Wat een luxe. Alles is goed, mooi en overdadig. Het ontbijtbuffet is enorm uitgebreid, het zwembad van olympische afmetingen, de service koninklijk. Voor 2 dagen heel bijzonder en speciaal. 

We vragen Rizal om ons Surabaya te laten zien en dat is een goede zet. Hij voelt ons goed aan. Zo lopen we een mooie kampong binnen. Voor mijn gevoel de Indonesische variant van een Nederlands hofje. Mooie straatjes en gekleurde huisjes. We vallen midden in een Engelse les voor 3 meisjes van een jaar of 8. De 'meester' nodigt ons uit om mee te luisteren en de meisjes lezen alledrie een stukje voor uit een oud Engels lesboek. Voor hen vrij idiote teksten over ansichtkaarten sturen op vakantie in Italie. We complimenteren ze en gaan natuurlijk met ze op de foto. De 'meester' leidt ons verder rond en vertelt over het leven in de kampong, over de founders waarvan de grafstenen speciaal voor ons onthuld worden en over Surabaya. Hij spreekt ook een beetje 'Nederlands' en vertelt over Soekarno die de Hogere Burgerschool heeft gevolgd. Als we weggaan komt een hele groep kampongbewoners ons uitzwaaien, uiteraard nadat we met iedereen op de foto zijn geweest.

Over Nederlands gesproken, in het Indonesisch zijn veel Nederlandse woorden blijven hangen. Als je hier zegt dat je Nederlands bent, zegt iedereen direct "asbak" of "handuk". Woorden die hier dus ook gebruikt worden. Maar ook notaris, knalpot, apotek, instansi, tas reparasi en polisi zijn, om maar eens wat te noemen, 'Indonesische' woorden.

We rijden naar de Kalimas haven waar naast gewone schepen ook oude houten schoeners liggen die nog vol in gebruik zijn. Jan leeft zich uit met zijn camera. En we bezoeken de Arabische wijk. In een smal druk straatje met allerlei stalletjes zijn we weer de enige witte westerlingen. We zijn dan wel toeristen, maar ook de bezienswaardigheid. Een groepje kleine meisjes vindt ons reuze interessant. Met veel gebarentaal praat ik met ze. Ze willen weten of ik een hond heb en of ik bid. We kijken naar de moskeegangers die hun voeten wassen. En we drinken wat bij een kraampje zodat Rizal even kan bidden.

Als laatste gaan we naar begraafplaats Peneleh waar Nederlanders liggen die zijn overleden tussen ca. 1848 en 1935. Grappig om bekende Nederlandse namen te lezen en interessant om je voor te stellen hoe dat moet zijn geweest in die tijd. Ook verdrietig om te zien hoeveel jonge kinderen er liggen. De graven zijn oud en verwaarloosd en veel zijn opengebroken en vermoedelijk leeggeroofd. Het veld wordt nog enigszins bijgehouden maar de graven niet. Ik vraag me af of ze het veld niet veel beter kunnen opruimen, zodat Surabaya er weer een stukje grond bij heeft voor de levenden. Op de terugweg zingen Jan en Rizal uit volle borst "Surabaya Surabaya". De stad is het zeker waard om bezongen te worden. 

Niet alles verloopt altijd vlekkeloos. We weten niet zeker of we zijn bedonderd met het huren van een auto. Dat kan betekenen dat we niet alleen ons geld kwijt zijn maar ook geen plan hebben voor de volgende dag. Maar we zijn moe en willen wat eten dus gaan we eerst maar eens op zoek naar een restaurant. Maar we vinden niks. Ons hotel ligt aan een hele populaire straat, waar vooral jonge mensen 's avonds massaal selfies lopen te maken. Geen idee waarom! Maar er is geen enkel restaurant, barretje of terras, alleen heel veel verkeer. We steken twee keer met gevaar voor eigen leven de drukke straat over en nemen twee keer een becak met de vraag om ons naar een restaurant te brengen. Dat levert niks op, behalve dan dat Jan pijn in z'n kont krijgt want wij passen helemaal niet met z'n tweeën in zo'n ding. En hoewel Jan al een paar keer aankondigt uit te willen stappen, masseert de becakman Jan z'n schouders en fietst hij rustig door terwijl de auto's om ons heen gieren. Ik was moe, hongerig en gefrustreerd, maar nu schater ik het uit. Weet je wat wij doen, we gaan gewoon in ons fancy hotel eten, doen nog een afzakkertje in de koloniale tuin en we zien het morgen allemaal wel weer. 

Na een heerlijke donzen nacht blijkt de autohuur geen oplichting te zijn maar onhandigheid van de verhuurder. We krijgen de auto keurig op tijd afgeleverd, nemen afscheid van ons hotel en begeven ons in de Javaanse verkeersdrukte. "Surabaya, waarom moest ik jou verlaten. Mijn gedachten zijn altijd bij jou."

Foto’s