The outback

Hoe verder we rijden hoe mooier en stiller het wordt. 

Eerst door de Flinders Ranges. Een mooi bergachtig landschap dat verkleurt met de stand van de zon. Nog prima asfalt en we komen af en toe een andere auto tegen. We zien de eerste kangaroo... dood langs de weg. En er volgen er meer. We rijden af en toe door een klein plaatsje dat niet meer is dan een aantal huizen van golfplaat langs de doorgaande weg, met soms een kerkje en meestal wel een pub. Het is prachtig weer, strak blauw met zon. We stoppen voor een overnachting op Rawnsley Park Station, het laatste caravanpark voor het National Park.

De caravanparken zijn hier helemaal ingericht op reizigers zoals wij, praktische plekken met of zonder electriciteit, douche- en wc gebouwen en altijd met een campkitchen waar je je eten in een keukengebouw kunt koken/opeten en de vaat kunt doen. De zon gaat onder en wij beginnen te blauwbekken van de kou. Oef dat hadden we niet verwacht. Als de damp uit onze mond komt zodra we iets zeggen besluiten we maar om op te gaan warmen in de campkitchen. En dat is eigenlijk best gezellig. Er zitten meer kampeerders, de een staat te koken, anderen kijken tv, Australisch football, en een groepje zit een spel te doen. Ieder met zn eigen drankje. Ik verlies van Jan met toepen.... maar ben wel warm geworden door de houtkachel, dat dan weer wel.
We gaan goed gekleed slapen. Zo koud! Ergens rond het vriespunt vermoeden we. Bijna niet te doen. Hopelijk was dit de koudste nacht. En de volgende morgen schijnt de zon en ontbijten we buiten. Wat een temperatuursverschillen!
We gaan verder door de Flinders Ranges. We zien een kangaroo!! Levend! En nog een en nog een. En een emoe en nog een en nog een! Superleuk, wat zijn die kangaroos schattig! Wat onwerkelijk dat die beesten hier zomaar rondhuppelen en springen!
De Flinders Ranges zijn prachtig. Het gebied van de Adnyamathanha, ook wel de hill people genoemd. We genieten van 360 graden uitzichten terwijl er kangaroos om ons heen huppen en we kijken naar mount Emily, die ook wel de Chinese Wall wordt genoemd. 
In Blinman, waar in hoogtijdagen van de kopermijn ca. 1500 mensen woonden en nu nog ca. 30, stoppen we voor de lunch. Via Glass Gorge, een eerste kleine uitdaging voor de 4wd, rijden we de outback in. Het is zoals ik verwacht had. Eindeloze ruimte, prachtig landschap, kangaroos en wij rijden daar alleen op de onverharde weg. We moeten twee keer stoppen omdat er een kangaroo midden op de weg zit. In Maree stoppen we voor de nacht. Een plaatsje dat er ook weer eigenlijk niet uitziet maar op de een of andere manier is dat juist de charme. Het was vroeger het eindstation van de Ghan railway die niet meer in gebruik is, heeft nu nog 100 inwoners en ligt aan het begin van de Oodnadata track. Er is een hotel, een pub uiteraard en een caravanpark. En als je geluk hebt kun je in de campkitchen een stipje wifi vinden.. snel mn blog uploaden!